Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik hoop dan wel [81]dezen [82]van stonden aan te zenden, zo [haast] als ik in [83]mijn zaken zal voorzien hebben; 81. Namelijk Timotheus, zulk een treffelijk jonge man en getrouw leraar, die mij zo dienstig en behulpzaam is geweest. 82. Dit kan, of tot het woord zenden, of tot het woord voorzien, gevoegd worden. 83. Namelijk die aangaan de bediening van mijn ambt.